
The Real Donald Trump werd op zijn vingers getikt door Twitter. Zijn tachtig miljoen volgers kregen een label te zien onder zijn tweet over stembiljetten per post die volgens hem frauduleus zouden zijn. Trump kreeg een tantrum, nagelde Twitter aan de schandpaal en maakte het persoonlijk door een juniormedewerker van Twitter als mikpunt te gebruiken. Want jawel, hij had jaren geleden iets negatiefs geroepen over hem.
Het deed me denken aan het label Parental Advisory, dat op cd’s van Wu-Tang Clan en Beastie Boys was geplakt. Je werd als puber extra nieuwsgierig naar de muziek omdat je wist dat er een verboden randje, iets obsceens aan zat. Het Twitter-label is een mogelijk kantelpunt in de geschiedenis: Twitter begeeft zich richting de rol van moderator, door waarschuwingsetiketten te plakken.
Dapper, want hiermee flirt het met een uitgeversidentiteit waar juist Facebook nog ver van weg wil blijven. De situatie toont de spagaat waar sociale media in zitten: kleur kiezen voor een platform of uitgever? Of een hybride vorm waar de wet zich op dit moment nog niet voor leent?
Door etiketten te plakken flirt Twitter met een uitgeversidentiteit waar Facebook nog ver weg van wil blijven
Vooralsnog geldt in de Verenigde Staten de Communications Decency Act, waar platforms niet als uitgevers worden beschouwd, en geen verantwoordelijkheid dragen voor de inhoud die gepost wordt door hun gebruikers. Maar dit zou snel kunnen veranderen.
Trump duwt de platforms liever in de uitgeversrol, zodat hij ze — net als CNN en The New York Times — met een stok kan slaan. Trump wil niet gecensureerd worden, en onderzoekt daarom of hij een oog-om-oogstrategie kan inzetten, en de socialemediaplatforms zelf kan censureren.
Sinds 2006, toen Twitter begon als twttr, zijn het platform en zijn publiek onherkenbaar veranderd. Twitter was een gezellige kleine Ierse pub, waar iedereen met respect tegen elkaar praatte. Je deelde een interesse, je kletste wat, je zocht verbinding. Geen irrelevant gemekker, geen verbale kopstootjes.
Twitter 2020 is geëvolueerd tot een te groot, anoniem voetbalstadion. Weinig verbinding, veel politieke polarisatie. Uiteraard zit er publiek tussen waar je graag een praatje mee maakt: twitteraars met grappige en scherpe observaties, twitteraars met dezelfde liefhebberij of humor die jouw humeur net even opfleuren. Maar een agressief stel hooligans verpest het voor de rest in deze arena.
Trump is de grootste hooligan van het stadion. Hij veroorzaakt relletjes, werpt klakkeloos bommen op het veld en niemand die er wat van zegt, de opperhooligan heeft immers veel aanzien en een grote aanhang. Hij schopt en slaat om zich heen. Tot nu toe. Bravo Twitter, laten we teruggaan naar de Ierse pub. Niemand wil in een overvolle arena zitten met agressieve, vechtende hooligans.
Deze column is gepubliceerd in Het Financieele Dagblad op 6 juni 2020